”Ik wil alleen een incassobureau die op basis van ‘no cure no pay’ incasseert, die heb ik nu namelijk. Ze handelen alleen niet zoveel op de dossiers dus als jij ook no cure pay incasseert wil ik het wel overdragen. Wel ‘no cure no pay’ natuurlijk!”
Je hebt een rechtsbijstandsverzekering met een incassomodule, of je werkt samen met een incassobureau dat op basis van no cure, no pay werkt. Of misschien wil je simpelweg geen extra kosten maken om ervoor te zorgen dat je eigen geld wordt geïncasseerd. Dit zijn allemaal redenen waarom je mogelijk blijft zitten met openstaande, niet-geïncasseerde facturen.
Het antwoord op de vraag of kosten bij de debiteur kunnen worden verhaald, is altijd 'ja'. Maar waarom moet je dan alsnog kosten maken bij een incassobureau? Het antwoord is simpel: om de kwaliteit van de dienstverlening te waarborgen. Elk bedrijf, jurist, advocaat, deurwaarderskantoor of incassobureau kan een debiteur die na 1 of 2 brieven betaalt, gemakkelijk incasseren. In dat geval kan er vaak gewerkt worden op basis van no cure, no pay, omdat er relatief weinig werk aan te pas komt.
Heeft jouw debiteur echter, zoals velen, wat extra aanmoediging nodig om te betalen? Dan loop je al snel tegen de beperkingen van no cure, no pay aan. Voor een dossier met bijvoorbeeld €40 aan incassokosten is het natuurlijk niet rendabel om 20 brieven te sturen, een huisbezoek te plannen, meerdere keren per week te bellen en uiteindelijk te ontdekken dat de debiteur failliet is, in schuldhulpverlening zit, of simpelweg weigert te betalen.
Aan het eind van de rit heb je geen geld en wel kosten gemaakt. Wat gebeurt er dan vaak? De druk wordt verminderd, de betalingen blijven uit, en je belandt in een situatie van 'No Pay, No Cure'.
Tevens moet je bedenken dat als je als bedrijf niet de commitment hebt om €50 te betalen om €500 binnen te halen, het misschien niet waard is om dat geld ook daadwerkelijk te krijgen. Onze klanten sluiten een servicecontract af waarbij ze een vaste fee per jaar betalen – afhankelijk van het aantal dossiers en hun wensen – en daarmee krijgen ze alsnog no cure, no pay. Want als ik een keer niet incasseer, dan heeft die vaste fee in ieder geval mijn gemaakte kosten gedekt, heb ik alle mogelijke handelingen verricht, en weet je zeker dat het zonder een procedure niet binnen zal komen. Bij een procedure is het natuurlijk nog steeds de vraag of het geld dan wél te verhalen is, maar dat is een tweede zaak."
"Dan kom ik gelijk bij het volgende punt, waar waarschijnlijk alle wanbetalers hun interesse in hebben getoond: de ACM en AFM gaan onjuistheden bij incassobureaus aanpakken. Voor de goede betalers onder ons – en dat zijn er gelukkig velen – die het artikel nog niet hebben gelezen, volgt hier een korte inleiding. De ACM en AFM willen dat debiteuren misstanden melden, zodat deze waakhonden de overtreders kunnen aanpakken. Het gaat bijvoorbeeld om niet-toegestane acties zoals een faillissementsverzoek of een dagvaarding indienen, extra kosten rekenen buiten de wettelijke staffels, of een te agressieve benadering van debiteuren.
Ik ben het er volledig mee eens dat misstanden rechtgezet moeten worden en het is goed dat er een autoriteit komt die hier beter toezicht op houdt. De visie van de politiek en deze autoriteiten is echter vooral gericht op de welwillende schuldenaar die tijdelijk in de problemen zit en er graag uit wil komen, maar wordt belemmerd door de aanpak van incassobureaus. Dit is echter niet waar het échte probleem ligt.
Het probleem ligt bij de zogenaamde 'niet-doeners'. Dit is de groep waar elke ondernemer bekend mee is: schuldenaren die niet opnemen, niet reageren, of direct ophangen zodra ze doorhebben wie ze aan de lijn hebben. Dit is de grootste uitdaging binnen de incassowereld.
De instanties die nu in opstand komen, zeggen dan simpelweg: 'Dagvaard ze en haal je recht om het geld te krijgen.' Maar wat ze daarbij vergeten, is dat een bedrijf (BV) voor een vordering tussen de €500 en €12.500 ongeveer €800 moet investeren in gerechtelijke kosten om een vonnis te krijgen. Voor een VOF komt dat neer op zo'n €550. Zoals je kunt begrijpen, is het niet realistisch om al je debiteuren te dagvaarden, ook al heb je het volste recht op je geld.
Het gevolg? Veel bedrijven kiezen ervoor om lagere vorderingen maar gewoon af te boeken. De aanhouder wint, en in dit geval helaas de schuldenaar, die blijft volhouden met het negeren van alle communicatie.
Ook grote bedragen belanden soms in de oninbare sectie van het boekhoudprogramma, simpelweg omdat er weinig tot geen mogelijkheden zijn om beslag te leggen. Dit betekent echter niet dat er niets gedaan kan worden. Een straffere toon of een andere manier van bewustwording van mogelijke vervolgsancties kan ervoor zorgen dat er alsnog betaald wordt. Veel schuldenaren hebben die spreekwoordelijke schop onder hun hol nodig om tot betaling over te gaan. Als het erop aankomt, kan er namelijk heel veel bereikt worden.
Daarnaast is een gerechtelijke procedure vaak niet lucratief omdat er op papier weinig te halen valt, terwijl een debiteur prima in staat is en bereid is om bijvoorbeeld €75 per maand te betalen. De zachtere aanpak werkt soms, maar zachte heelmeesters maken stinkende wonden! Hoe de invloed van deze nieuwe waakhond zich zal uitpakken, zullen we nauwlettend volgen. Het blijft echter de vraag of dit werkelijk het probleem aanpakt of juist nieuwe mogelijkheden creëert voor wanbetaling.
Er zullen altijd mensen zijn die vinden dat ze onjuist zijn behandeld en dat misbruiken als reden om niet te betalen. Mijn mening is duidelijk: de mentaliteit van de niet-betalende klant moet aangepakt worden, niet de bedrijven die hun best doen om het geld van hun klanten binnen te krijgen.
Door Daan Vos, Franchisenemer bij Straetus Incasso
Vul het formulier in en wij nemen zo snel mogelijk contact met u op.
Copyright @2025 Straetus